Vrijdagavond… waar brengt de wind en het tij ons heen?
U stapt de auto uit, of de trein, en het waait! En dat is maar goed ook. Want u staat op een Harlingse kade, op weg naar het zeilschip, waar u een korte vakantie gaat zeilen op het wad. Iemand wuift in de kuip, u krijgt koffie in het dagverblijf, de overige gasten stellen zich voor, de schipper legt uit dat aan boord een paar dingen anders gaan dan thuis.
De vaarkaart komt op tafel, blauw waar water is (meestal), groen waar land is (meestal), maar dat leert u nog. De wind en het tij bepalen de route dit weekend: is de wind gunstig voor één van de eilanden zoals Terschelling en Vlieland in het noorden, misschien is het tij gunstig voor Ameland, of zetten we koers naar Texel in het zuiden. Kunnen we misschien droogvallen?
Zaterdag en zondag… een wonder
Na een stevig ontbijt, aan de slag. De maat tekent met krijt aan dek waar de fok, de bezaan, het grootzeil en de kluiver zitten en voor dienen. Hij heeft de mond vol van oer-Hollandse woorden zoals schoten, opschieten, streken, slampamper, uitdrukkingen die op een schip een heel andere betekenis hebben dan thuis.
De zeilen worden gehesen onder toeziend oog van de maat en schipper. Schoten worden een tikje gevierd, of juist aangehaald, het schip doorklieft het water. Zonder een druppel brandstof, zonder lawaai, alleen op een paar lappen dacron. Een wonder. Wat de schipper u graag wil uitleggen.
Het kielzog lijkt te tinkelen, elegante visdiefjes duiken een spierinkje op. U kletst wat, u leest wat, De Wadden van Mathijs Deen bijvoorbeeld. Bestudeer met de kinderen alvast de veldgids Schelpen. Want wie vindt zo meteen als eerste de wijde mantel, de Shell-schelp? Passagiers zwaaien vanaf de veerboot. Vast jaloers.
Het eiland, of de zandbank komen in zicht. Aftuigen geblazen. Iedereen is druk, het lijkt een chaos maar dan zitten ineens de zeilen weer keurig onder de huiken. In de haven heeft de schipper echt wel de motor nodig: het is krap, het waait, en soms stroomt het ook nog hard.
Weer vaste grond onder de voeten. Zijn dit nou zeebenen? Maar dat is snel over. Op naar het strand, het wad op, met blote voeten. Maak een handstand voor een selfie. Doe een wimhofmannetje in zee, en helemaal fris bent u. Stap een terras op voor een witbiertje en een garnalenkroketje met mayo, of zoek een plekje in een duinpan, alleen of met z’n twee.
Maandag … huilende zeehonden
Maandag. Ai, alweer terug naar het vasteland, net nu u gewend bent aan het eilandgevoel, het deinende schip onder uw voeten, geruststellend geklots naast uw oor, de zilte geur van droogvallend wad in uw neus. Op de terugweg langs de zeehondenbank, de jonkies huilen. Afscheid nemen, ontschepen, wat jammer. Maar inschepen kan zo weer een tweede keer, of een derde, of 140 x, het record. Let op uw snelheid als u met auto naar huis rijdt. U bent zo onthaast door het tempo op het water dat u ongemerkt 70 km/u rijdt waar 100 mag. En dat vindt u al hard zat.